Beuken worden veel in hagen geplant. Omdat de beuk in symbiose met een schimmel leeft mogen de wortels van het plantgoed nooit schoon gespoeld worden en mag direct na het planten niet te overvloedig water gegeven worden. Jonge beuken behouden hun afgestorven blad tot eind april wanneer het nieuwe blad uitloopt. Daarom zijn ze bijzonder geschikt voor een dichte, hoge haag.[2]
Beuken worden vaak in lanen geplant. Zolang alle bomen gezond zijn gaat dit goed, maar wanneer een boom sterft, dan kan door zonnebrand de een na de andere boom volgen. Bij beukenbossen valt op dat er weinig tot geen ondergroei is, door het dichte bladerdak bereikt maar zeer weinig zonlicht de bodem, terwijl het looizuurrijke blad kruidachtige begroeiing tegengaat.